mrt
Minder inkomstenbelasting betalen?
Afgelopen zondag is de aangifteperiode over de inkomstenbelasting 2019 van start gegaan. Goed op de hoogte zijn van de verschillende mogelijkheden kan ervoor zorgen dat er minder inkomstenbelasting betaald hoeft te worden. In dit nieuwsbericht worden 7 tips voor het doen van aangifte behandeld.
Tip 1: Restant persoonsgebonden aftrek
Is het totaal van de persoonsgebonden aftrek (PGA) 2018 niet geheel verrekend met het inkomen in box 1,2 of 3? Dan is er een restant PGA ontstaan. Dit restant PGA mag in de aangifte inkomstenbelasting verdeeld worden tussen de partners, als er het hele jaar sprake is geweest van fiscaal partnerschap.
Tip 2: Aftrekbare giften
Het geven van geld of goederen aan een goed doel of een instelling valt onder het doen van een gift. Of een gift aftrekbaar is, hangt af van de manier waarop de gift gedaan wordt, maar ook van de instelling waaraan de gift gedaan wordt.
Aftrekbare giften kunnen verdeeld worden in periodieke giften en gewone giften. Gewone giften zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar wanneer ze worden gedaan aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), een culturele ANBI of een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SBBI). Voor gewone giften geldt echter wel een drempel van minimaal 1 procent van het drempelinkomen en minimaal 60 euro. Ook is de aftrek beperkt tot maximaal 10 procent van het drempelinkomen.
Periodieke giften zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar wanneer ze worden gedaan aan een ANBI of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en een minimaal aantal van 25 leden. Voor deze gift geldt geen drempel of maximum.
Tip 3: Uit elkaar en eigen woning
Uit elkaar en een eigen woning? Dit heeft fiscale gevolgen voor fiscale partners. Houd hier rekening mee met het doen van de aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst meldt dat 40% van de door financiële dienstverleners ingediende aangiften inkomstenbelasting van gescheiden mensen onjuist is.
Tip 4: Aftrekbare kosten eigen woning
Als koper op de woningmarkt zijn er, naast de betaalde hypotheekrente, een aantal extra kosten die afgetrokken kunnen worden. De volgende kosten mogen in één keer worden afgetrokken in de belastingaangifte over het jaar waarin de kosten zijn gemaakt:
- Advies- en bemiddelingskosten voor een hypotheekadviseur
- Bereidstellingsprovisie
- Notariskosten voor de hypotheekakte
- Kadastrale rechten voor de hypotheekakte
- Taxatiekosten voor het krijgen van de lening
- Kosten voor de aanvraag van de Nationale Hypotheek Garantie
- Boeterente
- Bouwrente die betaald is ná het tekenen van het voorlopig koopcontract, maar vóór het tekenen van de hypotheekakte
- Kosten voor een nieuwbouwdepot, verbouwingslening of verbouwingsdepot
Tip 5: Fiscale partner
Fiscale partners mogen gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdelen. De manier waarop deze verdeeld worden, heeft invloed op de uitkomsten van de belastingaangiften.
Tip 6: Scholingsuitgaven
Onder de persoonsgebonden aftrek vallen ook uitgaven die te maken hebben met het volgen van een opleiding of studie. Wel moet deze opleiding of studie gevolgd worden met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Er geldt een drempel van € 250,- voor de aftrek. Valt de opleiding of studie buiten de standaardstudieperiode? Dan is het maximum aftrekbaar bedrag € 15.000,-.
De volgende kosten zijn aftrekbaar:
- Collegegeld, cursusgeld, lesgeld, examengeld, promotiekosten.
- Leermiddelen en beschermingsmiddelen die door de onderwijsinstellingen verplicht zijn gesteld.
- Kosten voor EVC-procedures (Erkenning van Verworven Competenties).
Een opleiding of studie moet voldoen aan de begripsomschrijving zoals in de parlementaire geschiedenis bepaald is. Ook de aftrekbare uitgaven moeten in direct verband staan met de opleiding of studie. De student moet tijdens het leertraject onder toezicht of begeleiding kennis verkrijgen. Daarom zijn kosten voor een zelfstudie niet aftrekbaar.
Alleen de scholingsuitgaven die zijn betaald en waar geen vergoeding (bijvoorbeeld van een werkgever) voor ontvangen is, zijn aftrekbaar. De kosten zijn aftrekbaar in het jaar waarin ze betaald worden.
Tip 7: Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Ouders die beiden werken en dit combineren met de zorg voor hun jonge kinderen, hebben meestal recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Hierbij is het belangrijk dat aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
- Ouder heeft een kind dat is geboren ná 31 december 2006 en het kind staat tenminste 6 maanden op hetzelfde woonadres ingeschreven. Bij co-ouder mag het kind ook ingeschreven zijn op het adres van de andere ouder.
- Ouder werkt en verdient hiermee in 2019 meer dan € 4.993,- of is ondernemer en heeft recht op zelfstandigenaftrek.
- Ouder heeft geen fiscale partner of heeft minder dan 6 maanden een fiscale partner. Als er wel een fiscale partner is, dan heeft de minstverdienende ouder recht op heffingskorting.
Hulp nodig bij de aangifte of ander belastingadvies nodig? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met één van onze Finanseurs.