aug
Invoering uniform wettelijk minimumuurloon per 1 januari 2024
Salaris Vanmorgen heeft een interessant artikel geschreven over het uniform wettelijk minimumloon, wat we graag ook op onze site vermelden.
De ministerraad is in april akkoord met het initiatiefwetvoorstel voor een uniform wettelijk minumumuurloon dat op 1 januari 2024 in werking moet treden.
Besluit invoering minimumuurloon
Het voorstel betreft wijzigingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon. Daarnaast zal de minister zorgdragen voor een algemene maatregel van bestuur (amvb) en een ministeriële regeling ter uitvoering van de Wet invoering minimumuurloon.
Artikel 11 Wet invoering minimumuurloon
Artikel 11 uit het initiatiefwetsvoorstel blijkt voor onduidelijkheid te zorgen bij uitvoerende partijen. Daarom is de minister van plan om dit artikel door middel van de Verzamelwet SZW 2024 aan te passen, zodat het artikel in overeenstemming is met hetgeen in de memorie van toelichting bij het initiatiefwetsvoorstel wordt vermeld.
Dit houdt in dat de bestaande praktijk van een vaste maandbetaling bij een vast overeengekomen arbeidsduur per week, kan worden gecontinueerd. Daarnaast wordt geregeld dat de bestaande praktijk van de in cao’s overeengekomen plus-min-urensystematiek kan worden voortgezet.
Verzamelwet SZW 2024
Het conceptvoorstel van de Verzamelwet SZW 2024 is op 21 april 2023 voor internetconsultatie gepubliceerd.
Daarin staat het volgende vermeld:
Vaste maandbetaling (artikel 11, eerste lid)
In de Wet invoering minimumuurloon wordt geregeld dat per gewerkt uur het minimumuurloon moet worden betaald. Dit heeft ten gevolge dat niet meer kan worden uitgegaan van een gemiddeld aantal werkbare uren per maand (gebaseerd op een vaste overeengekomen arbeidsduur per week) met een vaste maandelijkse beloning. Deze praktijk komt echter wel vaak voor en met het huidige artikel 11 werd destijds door de initiatiefnemers beoogd deze bestaande praktijk te continueren.
Gemiddeld aantal te werken uren per maand
In artikel 11, eerste lid is daarom geregeld dat – uitgaande van een vast overeengekomen arbeidsduur per week – mag worden uitgegaan van een gemiddeld aantal te werken uren per maand.
Over het gemiddelde aantal arbeidsuren per maand moet minimaal het in die maand van toepassing zijnde minimumuurloon worden betaald aan de werknemer.
Voorbeeld
Bij een vaste overeengekomen arbeidsduur van 36 uur per week, geldt bijvoorbeeld een totale arbeidsduur van 1.872 uren per jaar. Per maand is dit gemiddeld 156 uren en elke maand moet minimaal 156 maal het minimumuurloon van het betreffende tijdvak worden betaald.
Plus-min-urensysteem (artikel 11, tweede lid)
Een andere praktijk waarvan wenselijk is dat deze wordt gecontinueerd na de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon, is de toepassing van een plus-min-urensysteem indien deze is vastgelegd in een cao (of publiekrechtelijke regeling).
Jaarurensystematiek
De bekendste is de jaarurensystematiek. Hierbij wordt de arbeidsduur niet uitgedrukt in een aantal te werken uren per week, maar in een aantal te werken uren per jaar (jaarurennorm). Aan het einde van het jaar is dan de periode van afrekening. Een periode van afrekening omvat meerdere uitbetalingstermijnen.
De jaarurennorm levert een gemiddeld aantal te werken uren per betalingstermijn op en over het gemiddelde aantal werkbare uren per betalingstermijn wordt dan minimaal het wettelijk minimumloon betaald. In een cao kan ook een kortere periode van afrekening worden afgesproken, bijvoorbeeld drie of zes maanden.
In meerdere (grote) cao’s
Op dit moment is een plus-minurensysteem in meerdere (grote) cao’s geregeld. Voor werkgevers is het hierdoor mogelijk om werknemers in bepaalde periodes van het jaar meer uren te laten werken dan in andere periodes. Dit is aan de orde wanneer het werk gebruikelijke fluctuaties in dal- en piekmomenten kent.
Het salaris is per periode (maand) gelijk, maar het feitelijk aantal gewerkte uren niet. Hierdoor ontstaan zogenaamde plus- en minuren. Wanneer een werknemer in een bepaalde periode meer heeft gewerkt, kunnen de meer gewerkte uren gecompenseerd worden met periodes waarin minder wordt gewerkt.
Urennorm gehaald?
Na de periode van afrekening wordt vervolgens bekeken of de werknemer de urennorm heeft gehaald. In een cao kan vervolgens ook geregeld zijn hoe aan het einde van de periode van afrekening wordt omgegaan met eventuele plus- en/of minuren.
Herstel
Abusievelijk is de bestaande praktijk van een plus-min-urensysteem niet meegenomen in het huidige artikel 11. Dit wordt met het wetsvoorstel SZW 2024 hersteld. Dit is wenselijk, omdat deze systematiek in diverse cao’s geregeld is, en bovendien in cao’s van branches waarin al sprake is van grote personeelstekorten, bijvoorbeeld in de kinderopvang en in de gehandicaptenzorg.